De voorvleugellengte van de Pauwoogpijlstaart is tussen de 36 en 44 mm. Kenmerkend is de oogvlek op de rozerode achtervleugel. Bij verstoring worden deze oogvlekken wisselend getoond door de voorvleugels schokkend heen en weer te bewegen. Vastgesteld is dat daarmee insectenetende vogels afschrikt worden. De tekening op de voorvleugel varieert weinig. Er is wel wat verschil in kleur en contrast. De kleuren kunnen uiteenlopen van rozeachtig bruin tot diep chocoladebruin of zelfs bijna zwart. Afhankelijk van de variatie in kleur, varieert ook het contrast op de vleugel. In rust steekt de achtervleugel soms enigszins onder de voorvleugel uit.
De rups is tot 80 mm groot. Het lichaam is blauwachtig groen of geelachtig groen. Daarnaast is het lijf fijn wit gespikkeld. Op de flanken zitten zeven schuine, witachtig of bleek groenachtig gele strepen. De spiracula is wit met donkere randen. De hoorn op het elfde segment is grijsachtig blauw. De kop is driehoekig en groen met twee gele strepen. Er is ook een vorm met roodachtige vlekjes op de flanken.
Zie de populierenpijlstaart (Laothoe populi).
Populierenpijlstaart (Laothoe populi), lindepijlstaart (Mimas tiliae) en glasvleugelpijlstaart (Hemaris fuciformis).
Om tot een goede vergelijking te komen is het belangrijk om de uiterlijke kenmerken tussen deze soorten goed te controleren. Vergeet daarbij de tijd van het jaar dat de rupsen voorkomen niet. Uiteraard is het habitat en de waardplant(en) waar ze op zitten net zo belangrijk
Tussen eind april en begin augustus in één generatie. Maar er kan ook een kleine partiële tweede generatie in september mogelijk zijn. De vlinders worden overdag soms rustend aangetroffen. Ze komen af op licht.
De rups is er van juli tot oktober. De soort overwintert als pop in de grond onder of dicht bij de waardplant. De pop is glanzend zwartachtig bruin en gemakkelijk te onderscheiden van de ruwere zwartbruine pop van de populierenpijlstaart (Laothoe populi).
Wilg, populier en appel.
In tuinen, boomgaarden en parken, maar ook rond rivieroevers en moerassen. Daarnaast worden struwelen en bossen ook niet geschuwd.
Het is een algemene soort. Verder komt de soort in het hele land voor. Volgens de rode lijst is de Pauwoogpijlstaart niet bedreigd.
Ook hier is de vlinder algemeen. Vooral in Vlaanderen is de vlinder minder algemeen ten zuiden van Samber en Maas.
Noordwest-Afrika en Europa met uitzondering van delen van het zuiden van het Iberisch schiereiland, het noorden van Groot-Britannië en Noord-Scandinavië. Naar het oosten tot West-Siberië, naar het zuiden tot de Kaukasus en de Zuidkust van de Zwarte Zee.
Bron: vlinderstichting