De rimpelende melkzwam is een algemeen voorkomende paddenstoel uit de Russulafamilie (Russulaceae).
De rimpelende melkzwam heeft een beige tot lichtbruin gekleurde hoed. De hoed kan bij jonge exemplaren een deuk vertonen. Bij het ouder ziet de hoed er een beetje afgeplat uit. De hoedrand vertoont een kroonkurkachtig patroon (vandaar de bijnaam rimpelend). De hoed is mat van tint en kan een diameter van 2,5 tot 7 centimeter bereiken.
De steel is roodbruin tot donkerbruin van kleur. De steel wordt ongeveer 3 tot 7 centimeter hoog en is 4 tot 8 millimeter dik. De hoed en de steel worden hol bij het verouderen. De lamellen zijn geelbruin en aflopend. Ze kunnen bij het ouder worden verkleuren tot oker-oranje. Soms ook met een licht paarse tint. Het melksap is wit en wordt zwavelgeel bij het opdrogen.
De sporen zijn ellipsvormig en hebben afmetingen van ongeveer 6 tot 9 micrometer. De spore-afdruk is crèmekleurig.
De rimpelende melkzwam groeit in de herfst nabij dennen. De rimpelende melkzwam (Lactarius tabidus) is een algemeen voorkomende paddenstoel uit de Russulafamilie(Russulaceae).
De rimpelende melkzwam is beslist niet eetbaar. Het melksap is uitgesproken bitter en kan een branderig gevoel op de tong achterlaten. Het sap wordt geel bij het opdrogen. Dit is mogelijk een indicator dat de soort giftig kan zijn.